Een beeld van Irene Fortuyn/O’Brien moet standhouden in verschillende contexten: een museale context, in de openbare ruimte, op een specifieke plek. In Fortuyn/O’Brien’s mening is kunst slechts bestemd voor het museum te beperkt — de context en de ruimte vormen een integraal deel van haar stukken. Deze monografie documenteert haar werk vanaf 1992 tot ongeveer 2000 en draagt bij tot het debat over kunst in de openbare ruimte.