De tentoonstelling Walker Evans en Dan Graham, mede samengesteld door de Franse kunsthistoricus Jean-Frangois Chevrier, vond plaats in Witte de With en het Museum Boijmans van Beuningen.

De enige relatie tussen de fotografische genres van deze twee Amerikaanse kunstenaars wordt doorgaans ontkend door de generatieverschillen tussen beiden. Walker Evans (1903-1975) wordt gezien als een van de meesters van de moderne fotografie die het belangrijkste deel van zijn oeuvre in de jaren ’30 maakte. Dan Graham (1942) behoort tot de generatie van de conceptuele kunstenaars die eind jaren ’60 opgang maakte.

Beide waren en zijn echter geinteresseerd in de fotografische blik op de alledaagse architectuur en het alledaagse leven. De invloed van Evans op de komst van de pop art kan duidelijk worden aangetoond, terwijl Graham geldt als een van de kritische erfgenamen van diezelfde pop art. De oeuvres van beide kunstenaars, alhoewel op het eerste gezicht zeer verschillend, tonen het continuum van een en dezelfde culturele ontwikkeling. De tentoonstelling werd gepresenteerd als één project in twee verschillende tentoonstellingsruimten, Witte de With en Museum Boijmans Van Beuningen. Op die manier werden geforceerde vergelijkingen vermeden en konden overeenkomsten worden aangetoond, zonder de bestaande verschillen tussen beide oeuvres te negeren.

In de voorbereidingen van de tentoonstelling Walker Evans en Dan Graham werd een belangrijke plaats ingeruimd voor historisch en wetenschappelijk onderzoek naar de bronnen en de activiteiten van beide kunstenaars. Het resultaat van dit onderzoek, in de vorm van een documentatie- en publikatiearchief, vormde een belangrijk onderdeel van de tentoonstelling. Dergelijke inventarisering en archivering zijn wezenlijke onderdelen van bet gehele programma van Witte de With.

De tentoonstelling reisde naar het Musées de Marseilles, de Westfälischer Landesmuseum für Kunst und Kulturgeschichte in Münster, en het Whitney Museum of American Art in New York.