De dubbeltentoonstelling Cemin / Stockholder toonde het werk van twee jonge kunstenaars, Jessica Stockholder (Seattle, 1958) en Saint Clair Cemin (Cruz Alta, Brazilie, 1951), beide zijn thans in New York werkzaam.
Stockholder, afkomstig uit de omgeving van Vancouver, wordt geassocieerd met de jongste ‘assemblage-kunst’ uit New York. Stockholders werk gaat echter vooral terug naar de ‘voorstellen’ van Robert Rauschenberg, John Chamberlain, Robert Mangold en Bruce Naumann. Zoals deze laatste valt Stockholder vooral op in de in-situ installaties die zij sinds 1982 realiseert. In Witte de With toonde Jessica Stockholder ‘in-situ’ werken die inspelen op de verhouding tussen datgene wat zich buiten en binnen de expositieruimte afspeelt.
De beeldhouwer Saint Clair Cemin werd geboren in Brazilie, en kreeg zijn opleiding aan de Ecole Nationale Superieure des Beaux Arts in Parijs. Het werk van Saint Clair Cemin is eclectisch en doet belangrijke uitspraken over de homogeniteit en het aura van het kunstwerk. Zijn werk is bij uitstek heterogeen. Saint Clair Cemin laat nadenken over de verleiding en de schone schijn van de vorm. In de tentoonstelling in Witte de With toonde Saint Clair Cemin een selectie van zijn sculpturen vanaf 1988 tot 1991.
Het werk van Stockholder was nog niet eerder te zien geweest in Nederland. Het werk van Saint Clair Cemin was slechts een keer eerder te zien in Nederland, in het Stedelijk Museum in Amsterdam in 1989 in de groepstentoonstelling ‘The Horn of Plenty’.
In de catalogus van Jessica Stockholder werden Stockholder’s in-situ installaties (1983 – 1991) voor het eerst samengebracht, gedocumenteerd en gerangschikt in combinatie met beschrijvingen door de kunstenares zelf en een herformulering van het begrip ‘assemblage’ door de Amerikaanse kunstheoreticus en kunstenaar John Miller, getiteld ‘Formalism and its Other’. Van de catalogus werd een speciale editie vervaardigd in de vorm van een zeefdruk op de omslag.
In de catalogus van Saint Clair Cemin werden voor het eerst zijn aforismen en commentaren gepubliceerd, die Cemin sinds 1988 over de bedoelingen van zijn werk heeft geschreven. Onder de hoofdstukken: ‘Assemblage’, ‘Homogeniteit/heterogeniteit’, ‘Formalisme’, ‘Esthetiek’, ‘Anti-vormen’, ‘Baudrillard’, ‘Cultureel kannibalisme’, ‘Andere artiesten’, ‘Groteske vormen’ werd een interessante vergelijking aangeboden met de uitspraken van John Miller in de catalogus van Jessica Stockholder.