Met een intense visuele helderheid portretteert Kelm objecten buiten hun gewone context. Anders dan hun ogenschijnlijke eenvoud en gereduceerde esthetiek doet vermoeden zijn de beelden rijk aan verwijzingen; van interieurontwerp tot Hollywood films, en van architectuur tot actuele thema’s als exotisme en globalisering.

De tentoonstelling bevat een selectie van de reeks Big Prints (2007): foto’s van bedrukt textiel ontworpen in de jaren 40 door de Amerikaanse society interieurontwerpster Dorothy Draper. Haar ontwerpen ontleende Draper aan Hawaiiaanse en Afrikaanse motieven, tribale patronen tot chique behang en textiel transformerend. Kelm fotografeerde de stoffen van zeer dichtbij, waardoor de schoonheid van de patronen wordt benadrukt, maar waardoor ook de tegenstelling tussen de textuur van de stof en het glossy papier van de fotoprint wordt uitvergroot.

In Witte de With wordt ook de recente serie Caps (2008) gepresenteerd, een reeks van 20 afbeeldingen van nagenoeg dezelfde petten – alleen de kleur van de bies verschilt – geschoten vanuit verschillende standpunten. De petten verenigen de typisch Amerikaanse baseball cap en de traditionele Chinese rieten hoed. Kelm ontdekte deze hybride in het New Yorkse Chinatown en voelde zich aangetrokken tot de manier waarop hier, op simpele wijze, de twee culturen samenkomen.

Kelm produceerde speciaal voor de tentoonstelling een nieuwe reeks waarin zij de prefab woningbouw van het naoorlogse Duitsland exploreert. Kelm is geïntrigeerd door de veelvoud aan ornamenten – tegenstrijdig met de gebruikelijke opvattingen over prefab architectuur – en fotografeerde deze huizen met een 4×5 grootformaat plaatcamera, een langzaam proces waarbij slechts een afbeelding per plaat kan worden gemaakt. In de resulterende foto’s worden de gebouwen gereduceerd tot objecten, waarbij een Becher-achtige categorisering wordt vermeden, doordat met name de poëtische kwaliteit van de ‘Zwitserse’ chalets en ‘Zweedse’ villa’s wordt benadrukt.

De foto’s – doorspekt met verwijzingen naar de geschiedenis van de schilderkunst, sculptuur en niet in het minst fotografie – onthullen Kelms onderzoeksmatige praktijk en zetten een kettingreactie van associaties in gang. Ondanks de ogenschijnlijk droge presentatie van haar onderwerpen bezitten de foto’s een natuurlijke schoonheid en vertonen een subtiel gevoel voor humor. De lyrische kwaliteit van haar werk onderscheidt haar van eerdere conceptuele fotografen, zoals Dan Graham of Christopher Williams, en getuigen van de manier waarop zij de hedendaagse fotografie opnieuw beoordeeld.

Kelms werk wordt getoond binnen het kader van Liam Gillicks solotentoonstelling, die bestaat uit een architectonische metastructuur voor de tentoonstellingszalen. Deze interventie onderscheidt de ruimten die gebruikt werden voor de presentatie van Liam Gillicks eigen werk van de zogenaamde “institutionele zones”, waarin het curatoriele team van Witte de With koos werk van andere kunstenaars te presenteren. Na solotentoonstellingen van Manon de Boer, Keren Cytter, Gareth Moore en Claire Fontaine sluit Witte de With deze reeks ‘gekaderde’ tentoonstellingen met de presentatie van Annette Kelm. Na afloop van de tentoonstelling wordt ook Gillicks metastructuur ontmanteld.

Publicatie:

Witte de With, KW Institute for Contemporary Art (Berlijn) en de Kunsthalle Zurich publiceren in co-productie met Walter Koenig Books een monografie over het werk van Annette Kelm. De publicatie bevat een dialoog tussen Susanne Pfeffer (KW), Beatrix Ruf (Kunsthalle Zurich) en Nicolaus Schafhausen (Witte de With), en essays van Caoimhin Mac Giollaleith, Zoë Gray en Dirk von Lowtzow. De publicatie wordt ontworpen door Hendrik Schwantes en wordt drietalig, Engels, Nederlands en Duits. Te verschijnen eind februari 2009.
ISBN en prijs binnenkort bekend.

—Met dank aan:

Johann Koenig (Berlijn); Institut für Auslandsbeziehungen e.V. (Stuttgart); het Goethe Instituut ( Rotterdam)