Sinds 2013 organiseren Witte de With Center for Contemporary Art en de Willem de Kooning Academie gezamenlijk de Read-In series voor studenten van de WdKA-minor Critical Studies. Gedurende dit jaarlijkse programma worden deelnemende studenten aangemoedigd om door middel van theorie, concepten en analytische methodes vanuit de filosofische traditie van ‘kritische theorie’, hun persoonlijke visie op de sociale relevantie van kunst en cultuur aan te scherpen. De Read-Ins bestonden uit close-readingsessies en presentaties die werden begeleid door Robin van de Akker, Yoeri Meessen en Esma Moukhtar, worden nu afgesloten met een symposium dat door de studenten van deze minor is georganiseerd.

Dit jaar verkenden de studenten tijdens de Read-In-sessies hoe door diverse auteurs over liefde wordt gedacht in relatie tot verschillende sociale sferen. Liefde, of het gebrek daaraan, lijkt een probleem maar mogelijk ook het antwoord te zijn voor heersende spanningen in de persoonlijke, politieke, publieke en private sfeer. Onze relaties in en met de wereld zijn meer en meer ambigu geworden, wat een kritische analyse van het concept juist nu zo relevant maakt.

Voor de reader werden vier teksten geselecteerd die door de deelnemende studenten kritisch zijn gelezen en bediscussieerd. Het betrof hoofdstukken uit Cruel Optimism van Laurent Berlant, The Human Condition van Hanna Arendt, Against the double Blackmail van Slavoj Žižek en Commonwealth van Michael Hardt en Antonio Negri. Deze teksten analyseren vanuit verschillende kritische perspectieven de plek die liefde al dan niet heeft of zou moeten hebben in de hedendaagse maatschappij. Het openbreken van het thema door kritische beschouwing creëert een basis voor discussie en een nieuwe kijk op de plaats en betekenis van liefde in de genoemde sferen.

SPREKERS

De studenten hebben voor het symposium ‘Heart Chambers’ Quinsy Gario, Nanda Oudejans en Samira Ben Laloua uitgenodigd om te reflecteren op de besproken themathiek. Deze hedendaagse denkers en makers hebben ieder in hun eigen praktijk raakvlakken met de bestudeerde teksten en zullen ingaan op hoe liefde in onze huidige persoonlijke, publieke, politieke en economische sferen zich al dan niet manifesteert en waar zij nieuwe mogelijkheden zien om haar verbindende werking in te zetten.

Nanda Oudejans

Nanda Oudejans is een filosofe die juridische en politieke filosofie doceert aan de Universiteit Utrecht. Ze is vooral geïnteresseerd in de bescherming van menselijk leven op de grenzen van de wet. Haar onderzoek richt zich op mensenrechten, collectieve identiteit, geweld en onrecht binnen de context van menselijke verplaatsing. Vluchtelingen, staatlozen en illegale immigranten staan centraal in haar teksten.

Haar proefschrift uit 2011, Asiel; Een filosofisch onderzoek naar de internationale bescherming van vluchtelingen, gaat in op de vraag waarom westerse democratieën de vluchtelingen zouden willen beschermen. Het boek kreeg een cum laude onderscheiding en verschillende academische erkenningen.

De internationale vluchtelingenwet beoogt vluchtelingen wettelijke bescherming te bieden om te verzekeren dat zij een normaal en menselijk leven kunnen leiden: een leven waarin ze vrij zijn om te zijn wie ze zijn. Het afgelopen decennium zijn we echter getuige geweest van een opvallende kloof tussen wettelijke verplichtingen die staten vrijwillig hebben aanvaard en de politieke bereidheid van staten om aan die verplichtingen te voldoen. Als het gaat om vluchtelingen vallen wet en politiek uiteen. De urgente vraag is: waarom zouden we de vluchtelingen beschermen?

ONDERWERP: In 'The Double Blackmail' betoogt Zizek dat humanitaire empathie niet zal werken. Empathie, sympathie en solidariteit met degenen die lijden, scheiden het naakte leven van de vluchteling van alles wat het leven menselijk maakt. Verder gaand op het argument van Zizek kan zelfs worden betoogd dat het onmenselijk is om voor de vluchtelingen te zorgen op grond van een veronderstelde gewone mensheid, omdat dit voorbijgaat aan wie zij zijn en wat belangrijk voor hen is. Maar zelfs als identiteit - zowel die van hen als die van ons - niet kan worden genegeerd, sluit dit dan de mogelijkheid uit dat we om hen geven omdat ze hier in de buurt zijn? Is het niet de nabijheid - het feit dat ze onze buren worden in de alledaagse zin van het woord - de reden dat we om hen beginnen te geven en ze een leven bieden waarin menselijke mogelijkheden kunnen groeien? Als, volgens de uitspraak van St. Augustinus, liefde 'Ik wil dat je bent' betekent, zouden we dan nabijheid, liefde en alledaagsheid niet moeten onderzoeken om vluchtelingen te beschermen daar waar wet en politiek er volkomen in falen?

Quinsy Gario

Quinsy Gario (1984, CW) is geboren op Curaçao en getogen op Sint Maarten en in Nederland. Hij studeerde Theater- Film- en Televisiewetenschappen aan de Universiteit van Utrecht met Gender en Postkolonialisme als specialisme. Hij won de Hollandse Nieuwe Theatermakersprijs in 2011, de Issue Award in 2014, het Amsterdam Fringe Festival Silver Award in 2015 en was een finalist in het Nationale Nederlandse Poëzie ‘slam’ kampioenschap in 2011.

Zijn meest bekende werk ‘Zwarte Piet is Racisme’ bekritiseert de algemene kennis rondom de racistische figuur ‘Zwarte Piet’, waarmee hij naar buiten bracht dat de steun van de regering deze beweging levend houdt in Nederland. Zijn recente focus ligt bij staatsbescherming van de gemarginaliseerden en politiek verzet door performance.

Hij is bestuurslid bij de Appel Amsterdam, lid van het pan-African artist collective State bij L3 en een terugkerend participant bij de Black Europe Body Politics Biennale. Zijn werk wordt vertoond in Galerie Image, Aarhus; Museum van Hedendaagse Kunst, Antwerpen; Galerie 23 en het Stedelijk Museum Bureau in Amsterdam. Hij trad op in onder andere Het Stedelijk Museum Amsterdam; Contact Theater, Manchester; Ballhaus Naunynstraße, Berlin en The African Community Center, Jerusalem. Vandaag de dag is hij betrokken bij de Master Artistiek Onderzoek aan de Koninklijke Academie voor de Beeldende Kunsten in Den Haag.

ONDERWERP: Toen James Baldwin Letters From a Region in my Mind in 1962 in The New Yorker publiceerde, kreeg hij kritiek uit onverwachte hoek. Hannah Arendt, die later ook voor The New Yorker de Eichmann-rechtszaken zou verslaan, stuurde hem een persoonlijke brief. Ze vond zijn inzet van 'liefde' als motor voor anti-racisme gevaarlijk, vanwege haar ervaring met en angst voor totalitarisme. Daarnaast meende ze dat de waardevolle kenmerken die Baldwin toeschreef aan 'the Negro people' in het bijzonder, evengoed gelden voor andere onderdrukte bevolkingsgroepen. Quinsy Gario zal in zijn bijdrage ingaan op de rol van liefde in het hedendaagse anti-racisme-debat aan de hand van dit voorbeeld. Welke rol speelt liefde in onze huidige maatschappij en welke vormen van liefde hebben we nodig? Gario onderzoekt deze kwesties vanuit zijn visie op (post)kolonialisme, als dichter, activist en performer.

Samira Ben Laloua

Samira Ben Laloua is de oprichter van de grafisch ontwerpstudio BL/DP en directeur/hoofdredacteur van het multidisciplinaire platform Extra Extra. Naast werk in opdracht van het Stedelijk Museum Amsterdam, Het Nieuwe Instituut, de Rijksacademie en verschillende uitgevers zoals Sternberg Press en Nai/010 publishers is ze medeoprichter van Club Donny, een tijdschrift in onbewerkte beelden over de persoonlijke ervaring van de natuur. In juni 2013 lanceerde Samira Ben Laloua het multidisciplinaire platform Extra Extra: een internationaal uitgegeven magazine, een online platform en evenementen op kleine schaal om het gewone en sensuele stadsleven te vieren. Extra Extra geeft met een gevat en verfijnd perspectief een kijk op creatieve projecten. Extra Extra brengt diepte-interviews uit met culturele producenten die hun sensuele fantasieën, uit hun werk en persoonlijk leven, durven delen. Eerdere bijdragers zijn onder meer: Kenneth Anger, Catherine Breillat, Atelier Bow-Wow, Mary Reid Kelley, Nicolas Provost, Carlos Reygadas, Rebecca Solnit en Alejandro Zambra.

ONDERWERP: Samira Ben Laloua zal presenteren in relatie tot de rol van liefde in de private en publieke sfeer. Als de oprichter, redacteur en uitgever van Extra Extra, een multidisciplinair platform dat erotiek en cultuur onderzoekt, verwijst Ben Laloua naar Michael Hardt en Antonio Negri’s klassieke Commonwealth. Ze vraagt zich af waarom liefde zo’n cruciale notie is om werk te begrijpen in de sensuele stad en om een politiek voor het lichaam te creëren. In een zoektocht naar een internationale taal van het stedelijke, promoot het platform Extra Extra culturele en sociale dialogen en deelt verhalen over een vurig, fantasierijk leven. Of ze nu fictief zijn of waargebeurd,deze avonturen vormen een waar afrodisiacum.