Downtime is de eerste grote tentoonstelling van de Canadese kunstenaar Tony Brown (Petersborough, 1952) in Nederland. In zijn werk volgt Tony Brown de steeds verdergaande technologische ontwikkelingen en analyseert hun invloed op de mens en zijn leefomgeving.

Brown brengt technieken uit de industriële robotica, computertechnologie, speciale effecten uit cinema en theater samen met elementen uit de beeldende kunst en de architectuur. Brown gebruikt de techniek echter niet omwille van haar mogelijkheden, maar hanteert ze op kritische wijze om de controle die zij mogelijk maakt, en het daarin schuilende gevaar bloot te leggen.

De tentoonstelling Downtime – de periode dat computers inactief zijn vanwege storing – laat de ontwikkeling in Brown's werk van de afgelopen twaalf jaar zien: van nadrukkelijk aanwezige mechanische elementen in het werk Two Machines for Feeling (1984), tot het, speciaal voor zijn tentoonstelling in Witte de With gerealiseerde werk, Better Living through Remote Access (1996), waarin het mechanische nagenoeg vervangen is door nieuwe digitale- en communicatietechnologieën.

In beide werken zijn door Brown veel gebruikte thema?s als identiteit en seksualiteit sterk aanwezig. Two machines for Feeling speelt de stereotypen van de beide seksen tegen elkaar uit door een robotfiguur en een hologram van een kitch-ballerina tegenover elkaar te stellen. In Better Living through Remote Access logt Brown via een directe verbinding met het Internet, in op een zgn. sex-chatbox en projecteert de aangenomen namen van de gebruikers en de foto?s die zij daarbij van zichzelf aanbieden. De transformatie van identiteit wordt benadrukt door een zich tussen geprojecteerde beelden bewegende bal, die de projecties gedeeltelijk opvangt, vervormt en blokkeert.

Het modernistische streven naar een standaardisering van onze leefomgeving, en de hieraan inherente herhaling en anonimiteit, wordt benadrukt in Living in the Hot House (1993). Een open architectuur-model draait in hoge snelheid rond, en wordt zo een projectiescherm waarop beelden van het interieur, cliché stijlen van de 50er tot de 80er jaren, en een ergonomisch figuur geprojecteerd worden.

Kunstmatig opgewekte luchtstromen zoals we deze kennen uit supermarkten en warenhuizen, spelen een belangrijke rol in Untitled (Wind Machine), 1991-92. Een gekromde, smalle glazen gang met op het glas aangebrachte stereotype afbeeldingen van een man en een vrouw, refereert aan de claustrofobische moderne architectuur van vliegvelden, banken, warenhuizen, etc. Door de aanwezigheid van de toeschouwer worden de deuren in deze gang geactiveerd, waarbij ze de in het werk opgebouwde luchtdruk vrijlaten.

Lucille and Frank (1996), eerder dit jaar te zien in de 3e Biennale de Lyon, is een combinatie van mechanische en digitale technieken: een videocamera aan een robotarm scant met een bijna medische precisie de oppervlakte van twee, in rubber afgegoten, klassieke sculpturen. De resultaten van dit onderzoek worden geprojecteerd. Deze projectie kan gezien worden als een confrontatie tussen het nieuwe instrumentarium waarmee beelden gegenereerd worden en de bestaande esthetische conventies.

Downtime online

In het kader van de manifestatie R96 festival, de nieuwe verleidingrealiseert Tony Brown een uniek Internet project waarin hij de ruimtes van Witte de With, met daarin zijn tentoonstelling, in zijn geheel reconstrueert. Met deze parallele tentoonstelling waarin de toeschouwer zich vrij kan bewegen, onderzoekt Brown het Internet als een medium voor kunstenaars en culturele instellingen. Het Internetproject is gerealiseerd in nauwe samenwerking met Internet Providers Rotterdam en PTT Telecom, regio Rotterdam.

Het Internet project van Tony Brown, en de door hem ontworpen homepage zijn gelokaliseerd op Downtime online.