Op uitnodiging van de Mondriaan Stichting stelden Chris Dercon en Witte de With de Nederlandse bijdrage voor de 46e Biënnale van Venetiësamen. De presentatie van schilderijen, sculpturen en films van Marlene Dumas (1953), Maria Roosen (1957) en Marijke van Warmerdam (1959) in het Nederlandse paviljoen werd geïnspireerd door een citaat van Simon Vestdijk: “Kleur ontstaat waar duisternis overheerst en het licht zich in wanhoop blijft verzetten.”

In de tentoonstelling werd opnieuw de idee van een gezamenlijke presentatie ingevoerd, waardoor de verschillende werken en kunstenaars onderling vergelijkbaar werden, met als vertrekpunt de door Rietveld gemaakte indeling in het paviljoen. Mede in het licht van de restauratie van het paviljoen, werd het oorspronkelijke karakter van het gebouw zoveel mogelijk gerespecteerd.

Dumas, Roosen en Van Warmerdam creëerden nieuwe werken speciaal voor deze tentoonstelling. Hun werken vulden elkaar aan in het thema dat ons interesseerde: de verbeelding van het “tussenlichaam”, zoals de Vlaamse filosoof Bart Verschaffel dat benoemde in de catalogus. De presentatie sloot hierdoor aan op het centrale thema dat de directie van de 46e Biënnale van Venetië koos, Identita e Alterita, een combinatie van verschillende tentoonstellignen waarin de snel veranderende representatie van de menselijke identiteit werd belicht.

Bij de tentoonstelling verscheen de catalogus Dumas Roosen Van Warmerdam.