Met trots kondigt Witte de With de eerste grote solotentoonstelling van de Canadese kunstenaar Brian Jungen in Europa aan.

Voortbouwend op zijn overzichtstentoonstelling georganiseerd door de Vancouver Art Gallery, wordt Jungens werk door Witte de With gepresenteerd in een herziene samenstelling, aangevuld met nieuw werk in opdracht en gecompleteerd door een tekstboek in de pocketreeks van Witte de With.

Brian Jungen (1970, Brits-Columbia, Canada) maakt deel uit van een in Vancouver gevestigde generatie kunstenaars die momenteel veel opzien baart op het internationale toneel. Als zoon van een Zwitsers-Canadese vader en een “First Nations”-moeder [de nieuwe aanduiding voor de oorspronkelijke bewoners van Canada], grootgebracht bij het Dane-zaa volk aan de westkust, verkent hij met zijn tekeningen, sculpturen en installaties de elementen van zijn eigen hybride culturele identiteit. Jungens benadering overstijgt de bekende etnische vraagstukken en onderzoekt de complexe uitwisseling van goederen en ideeën in onze geglobaliseerde wereld.

Jungen trok voor het eerst publieke aandacht met zijn Prototypes for New Understanding (1998-2005), waarin hij Nike Air Jordan sportschoenen ontleedde en de onderdelen verwerkte tot maskers die lijken op de maskers van de indianen aan de Canadese noordwestkust. Het ceremoniële masker maakt van de drager iemand anders, terwijl de consument een Nike-schoen koopt met het verlangen een topsporter te imiteren of zelfs te wórden. Door deze twee verschijnselen op één lijn te stellen, speelt Jungen met economische en culturele waarden; hij onthult de macht van hedendaagse “idolen” en verbindt de koloniale geschiedenis met de hedendaagse arbeid in de sweatshops van de Derde Wereld. Werken als zijn Talking Sticks (2005), honkbalknuppels met daarin gesneden de woorden “collective unconscious” [collectief onbewust] en “First Nations Second Nature” [First Nations tweede natuur], doen qua vorm aan totempalen denken en gaan in op de manier waarop de mythen van de inheemse indianen zijn opgenomen in de mythologie van de hedendaagse Noord-Amerikaanse sportcultuur; denk aan de namen van sportclubs als de Chicago Blackhawks of de Atlanta Braves.

Jungen vestigde zijn reputatie met zijn schitterende walvis “skeletten” (zoals Cetology uit 2002), grote hangende sculpturen gemaakt van goedkope tuinstoelen: een weergave van zeldzame en bedreigde walvissoorten met gebruikmaking van biologisch niet-afbreekbare massaproducten, waarmee hij ook verwijst naar de huidige debatten over de walvisvangst in Canada. Jungen toont de postmoderne, postkoloniale wereld met een laconiek gevoel voor humor, doorbreekt stereotypen en verwelkomt verandering, stroming en instabiliteit. In een tijd waarin het beroemde Nederlandse model van “tolerantie” onder zware druk staat, biedt hij nieuwe manieren om na te denken over multiculturaliteit en benadert hij cultuurverschil in zijn praktijk als een instabiel, wederkerig begrip, dat een startpunt biedt voor creativiteit en kritische reflectie.

Brian Jungen is samengesteld door Diana Augaitis, Nicolaus Schafhausen en Zoë Gray. De initiële tentoonstelling is georganiseerd door de Vancouver Art Gallery, met steun van de Audain Foundation en de Andy Warhol Foundation.

De publicatie Brian Jungen wordt geproduceerd door WdW uitgevers en bevat essays van criticus Clint Burnham, curator Jessica Morgan (Tate Modern) en kunstenaar/ criticus Edgar Schmitz. Tevens bevat de publicatie een introductie door Nicolaus Schafhausen en een interview met professor Homi K. Bhabha, door Solange de Boer en Zoë Gray (ISBN: 978-90-73362-69-7, €10,-).

—Ondersteund door

Parachute, Canada, Kunstbeeld & de Groene Amsterdammer.